Toon beheerder-moderator
Geregistreerd op: 23 Jan 2011 Berichten: 502
|
Geplaatst: 19-06-2014 19:38:22 Onderwerp: |
|
|
1.
De wet formuleert dit als volgt:
"Art. 1526bis. De schuldenaar tegen wie een uitvoerend beslag op roerend goed geschiedt, kan de in beslag genomen goederen in der minne verkopen ten einde de opbrengst ervan aan te wenden voor de betaling van de schuldeisers.
(Op straffe van verval) moet de schuldenaar binnen tien dagen na de betekening van de beslaglegging de gerechtsdeurwaarder in kennis stellen van de hem gedane voorstellen.
(Wanneer de gerechtsdeurwaarder meent dat deze voorstellen ontoereikend zijn of wanneer de schuldeiser bewijst dat deze ontoereikend zijn, wordt met het verzoek tot verkoop in der minne geen rekening gehouden.)
Behalve indien de weigering om met de verkoop in te stemmen is ingegeven door de bedoeling om de schuldenaar te benadelen, kan de schuldeiser niet aansprakelijk worden gesteld.
De overdracht van de eigendom van het goed is afhankelijk van de betaling van de prijs ervan in handen van de gerechtsdeurwaarder binnen acht dagen na de aanvaarding van het aankoopbod. Bij niet-naleving van die termijn kunnen de goederen onverwijld openbaar te koop worden gesteld.
Na betaling van de prijs in handen van de gerechtsdeurwaarder, maakt deze een proces-verbaal op van verkoop in der minne met vermelding van de identiteit van de koper en verkoper, de betaalde prijs en de omschrijving van de verkochte goederen. Hij stelt hiervan een afschrift ter beschikking van de koper.
(Het proces-verbaal wordt aan het bestand van berichten gezonden in de vorm van een bericht als bedoeld in artikel 1390, § 1.)"
M.i. is het aan te raden om de volledige lijst te verkopen. Het is niet wettelijk verplicht, doch de gerechtsdeurwaarder zou het bod kunnen weigeren wegens ontoereikend.
2.
Kan onmogelijk op worden geantwoord. Dit wordt steeds beoordeeld door de beslagleggende gerechtsdeurwaarder. |
|