Toon beheerder-moderator
Geregistreerd op: 23 Jan 2011 Berichten: 502
|
Geplaatst: 05-05-2014 14:01:21 Onderwerp: |
|
|
Enige oplossing is een revindicatieprocedure opstarten (via een advocaat) en deze dagvaarding voor de verkoop laten betekenen ! Eens de goederen verkocht zijn heeft de revindicatievordering immers geen voorwerp meer.
Er dienen eigendomsbewijzen te worden voorgelegd (op straffe van nietigheid). De rechter kan hier wel feiten en vermoedens interpreteren. Dus het gaat niet alleen over aankoopbewijzen, ook foto's kunnen beoordeeld worden door de beslagrechter.
Deze procedure wordt in het Ger. W. omschreven als volgt:
Art. 1514. Degene die beweert eigenaar te zijn van het geheel of een gedeelte van de in beslag genomen voorwerpen, kan tegen de verkoop verzet doen bij exploot, betekend aan de beslaglegger, aan de beslagen schuldenaar en aan de gerechtsdeurwaarder, en houdende dagvaarding van de beslaglegger en van de beslagen schuldenaar, met vermelding in het exploot van de bewijzen van eigendom, op straffe van nietigheid. [In het exploot worden ook de andere beslagleggers die eveneens op deze goederen beslag hebben gelegd, vermeld met alle relevante gegevens voor de in het derde lid bedoelde oproeping.]
De vordering schorst de vervolging (enkel wat betreft de gerecidiveerde goederen). Er wordt uitspraak over gedaan door de beslagrechter.
De griffier geeft de eventuele andere [in de dagvaarding vermelde] beslagleggers bij gerechtsbrief kennis van een afschrift van de dagvaarding, met uitnodiging om te verschijnen, teneinde hen in de zaak te betrekken.
Het vonnis wordt geacht ten aanzien van alle partijen op tegenspraak te zijn gewezen. De in het ongelijk gestelde eiser wordt indien daartoe grond bestaat, veroordeeld tot schadevergoeding aan de beslaglegger. [De personen die bij gerechtsbrief alzo worden opgeroepen, worden aldus partij in het geding, tenzij ze zich ter zitting hiertegen verzetten. Van deze bepaling geeft de griffier eveneens kennis in de gerechtsbrief.]
De gerechtsdeurwaarder aan wie de revindicatie betekend werd, stelt het bestand van berichten daarvan ten laatste op de eerstvolgende werkdag in kennis, zodat het betrokken bericht van beslag kan worden vervolledigd met de vermelding van het tussengeschil, de identiteit van de revindicerende partij en in voorkomend geval haar raadsman, alsook van de rechter bij wie de revindicatie aanhangig is gemaakt.
De griffie van het gerecht waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, zendt ten laatste op de eerste werkdag volgend op de uitspraak aan het bestand van berichten het beschikkend gedeelte van elk vonnis of arrest dat uitspraak doet over de vordering opdat het bestand van berichten op het betrokken bericht van beslag zou vermelden welk gevolg gegeven is aan de vordering tot revindicatie. |
|