Vorige onderwerp :: Volgende onderwerp |
Auteur |
Bericht |
Miekeishere
Geregistreerd op: 31 Jul 2014 Berichten: 3
|
Geplaatst: 31-07-2014 15:16:23 Onderwerp: Studerende zoon krijgt deurwaarder op bezoek |
|
|
Mijn studerende zoon is volkomen ten laste, en krijgt dus een deurwaarder achter zich aan die zijn afbetalingsvoorstel niet wil accepteren. Hoewel duidelijk is dat zoonlief slechts een slaap- en studeerkamer bezet, valt de deurwaarder de gezinsTV, afwasmachine, droogkast edm aan. Bovendien rent hij met veel omhaal door 's moeders handelszaak, waar de klanten door hemzelf en omringende politie onthutst en geïntimideerd worden.
Vraag: vermits we niet meer in de Middeleeuwen leven (hoewel België er nog mee flirt), vraag ik me af op welke wet men zich baseert om goederen in beslag nemen die duidelijk niet het eigendom kunnen zijn van de beslagene vermits deze geen inkomen heeft ? Het gaat hier nl niet om een inwonende vriend/vriendin of reeds werkend meerderjarig kind.
Graag wil ik de verwijzing krijgen naar de tekst die toelaat om mama's droogkast bvb op te laden. |
|
Terug naar boven |
|
|
Toon beheerder-moderator
Geregistreerd op: 23 Jan 2011 Berichten: 502
|
Geplaatst: 31-07-2014 21:26:04 Onderwerp: |
|
|
Art. 2279 eerste lid B.W. stelt algemeen dat het bezit van roerende goederen geldt als titel van eigendom. M.a.w. wanneer er zich bv. goederen bevinden in de woning van de beslagene partij, dan mag de gerechtsdeurwaarder ervan uitgaan dat deze aan de beslagene toebehoren.
Indien een derde stelt eigenaar te zijn van bepaalde goederen, mag de gerechtsdeurwaarder deze toch in beslag nemen, nu hij geen rechter is over het eigendomsrecht (i.t.t. de beslagrechter). Hij dient de bewijskracht van eventueel voorgebrachte stukken of de gegrondheid van eventuele bezwaren niet te beoordelen. Hij moet zijn verrichtingen niet stoppen op grond van loutere verklaringen. De gerechtsdeurwaarder moet er zich daarentegen wel voor hoeden in beslag te nemen wat klaarblijkelijk niet toebehoort aan de schuldenaar.
De gerechtsdeurwaarder moet geen rekening houden met bezwaren van de beslagene zelf.
De gerechtsdeurwaarder heeft ook geen voorlichtingsplicht ten aanzien van de derde die hij aantreft bij het beslag. |
|
Terug naar boven |
|
|
Miekeishere
Geregistreerd op: 31 Jul 2014 Berichten: 3
|
Geplaatst: 01-08-2014 09:23:21 Onderwerp: Wettelijk kader is te vaag en laat misbruken toe |
|
|
Dat ene artikeltje is duidelijk onvoldoende om de kwestie afdoend te regelen: Art. 2279 eerste lid B.W. stelt algemeen dat het bezit van roerende goederen geldt als titel van eigendom. M.a.w. wanneer er zich bv. goederen bevinden in de woning van de beslagene partij, dan mag de gerechtsdeurwaarder ervan uitgaan dat deze aan de beslagene toebehoren.
Hoe interpreteert men de definitie "woning van de beslagene partij" ? Als je dat letterlijk neemt, dan moet deze woning zijn eigendom zijn of is hij er de huurder van om ze ZIJN woning te kunnen noemen. Zodra het zijn woning NIET is, gaat het dus om huisvredebreuk en mogelijks diefstal.
De uitleg die u onder dit artikeltje plaatst is niet éénduidig en dus afhankelijk van de 's deurwaarders "goesting" om onschuldigen al dan niet te gaan pesten.
Ontbreekt hier niet een duidelijk wettelijk kader waaraan iedereen zich dient te houden ? |
|
Terug naar boven |
|
|
baszON lid forumteam - kandidaat gdw
Geregistreerd op: 24 Dec 2011 Berichten: 46
|
Geplaatst: 01-08-2014 12:21:09 Onderwerp: |
|
|
Artikel 36 Ger.W. definieert de woonplaats als zijnde de plaats waar men in de bevolkingsregisters ingeschreven is.
Indien uw zoon ingeschreven is op uw adres, wordt hij vermoed in uw woning te wonen en niet enkel in één slaapkamer er van.
Alles wat in de woning aangetroffen wordt valt dan ook onder de toepassing van artikel 2279 B.W.
U moet begrijpen dat de wetgever eindeloze discussies omtrent eigendomsrecht in dit soort situaties heeft willen vermijden; er is een vermoeden dat alle zaken toebehoren aan de persoon die ingeschreven is op een adres, tot bewijs van het tegendeel. Het is niet omdat iemand geen inkomen heeft dat hij of zij geen goederen kan bezitten. U kunt steeds een revindicatieprocedure opstarten overeenkomstig artikel 1514 Ger.W. Indien u misbruik vermoedt kunt u bovendien steeds tuchtrechtelijke stappen ondernemen tegen de instrumenterende gerechtsdeurwaarder.
Dat u niet tevreden bent met het wettelijk kader, betekent overigens niet dat er geen is. |
|
Terug naar boven |
|
|
Toon beheerder-moderator
Geregistreerd op: 23 Jan 2011 Berichten: 502
|
Geplaatst: 01-08-2014 21:58:26 Onderwerp: |
|
|
Ik kan mij enkel aansluiten bij het bericht van baszON en meen dat hij afdoende & volledig heeft geantwoord op jouw bijkomende vragen.
Sed lex dura lex (De wet is hard, maar het is de wet). |
|
Terug naar boven |
|
|
Miekeishere
Geregistreerd op: 31 Jul 2014 Berichten: 3
|
Geplaatst: 05-08-2014 07:52:58 Onderwerp: Lex non est ! |
|
|
De wet van 1804 die hier aangehaald wordt, zegt niets over woning/woonplaats: "Met betrekking tot roerende goederen geldt het bezit als titel. Niettemin kan jij die een zaak verloren heeft of aan wie een zaak ontstolen is, gedurende drie jaren, te rekenen van de dag waarop het verlies of de diefstal heeft plaatsgehad, de zaak terugvorderen van degenen in wiens handen hij ze vindt; behoudens het verhaal van de laatstgenoemde op degene van wie hij ze bekomen heeft"
Deze wet lijkt meer van nut te zijn voor de Franse bezetters die onze kerken leeg plunderden !...
Met dit stokoude wetje heb je mijns inziens geen duidelijk wettelijk kader om woningen te mogen binnendringen die niet het eigendom van de schuldenaar zijn. Men geeft er zijn eigen interpretatie aan en verkoopt dit als "lex".
ik blijf er dus bij dat deurwaarders absoluut duidelijke wetten nodig hebben, er is er immers geen |
|
Terug naar boven |
|
|
Toon beheerder-moderator
Geregistreerd op: 23 Jan 2011 Berichten: 502
|
Geplaatst: 06-08-2014 13:18:42 Onderwerp: |
|
|
Uw laatste antwoord gaat zo maar eventjes in tegen de gehele Belgische rechtsleer en rechtspraak omtrent art. 2279 B.W.
Het feit dat de gerechtsdeurwaarder o.g.v. art. 2279 B.W. het recht heeft beslag te leggen op alle goederen die hij aantreft in de woonplaats van de schuldenaar, kan je terugvinden in o.m. volgende rechtspraak:
- Bergen (7de kamer) 8 oktober 1993, J.T. 1994, 157;
- Bealagr. Nijvel 26 november 1997, A.R. nr. 54.927, onuitg.;
- Beslagr. Leuven 19 november 2002, A,R. nr. 01/189/A, onuitg;
- Beslagr. Doornik 23 mei 2003, A.R. nr. 99/1269/A, onuitg;
- Antwerpen (1ste bis kamer) 6 november 2006, A.R. nr, 2004/AR/2682, onuitg;
- Beslagr. Tongeren 18 oktober 2007, A.R. nr. 00/336/A, onuitg;
- Antwerpen (3de kamer) 5 november 2008, A.R. nr. 2008/AR/108, onuitg;
U zal merken dat deze rechtspraak zowel door beslagrechters wordt bevestigd als door het Hof van Beroep en dat de uitspraken niet dateren uit de Napoleontische tijd. |
|
Terug naar boven |
|
|
|